[Afbeelding bedrijfslogo] 

Start Omhoog Feedback

Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 bijlagen bibliografie samenvatting

Vorige Start Omhoog Volgende

 

Gaat uit over alle landen, en verkondig het Evangelie.

Start
Omhoog

Start
Feedback

 

-

-

u kunt me ook via Skype bereiken:

My status

-

 

 


Liturgie en inculturatie bij Afrikanen in Nederland

Hit Counter

 


6

Liturgie en inculturatie bij Afrikanen in Nederland

Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus, want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. Want het lichaam bestaat toch ook niet uit één lid, maar uit vele leden. 1 Kor. 12:12-13

6.1 Inleiding

Vanuit wat wij besproken hebben bij de beschrijving van de Zaïrese ritus in hoofdstuk 5 en wat wij hebben besproken in hoofdstuk 4, ten aanzien van de mogelijkheden van de liturgische aanpassingen van het Nieuwe Romeinse missaal van 1970, willen wij nu in dit voorlaatste hoofdstuk komen met een voorstel van een Afro-centrische viering. De ideeën welke wij hier willen neerleggen, zijn voornamelijk gebaseerd op de structuur van de Zaïrese ritus met de daarbij behorende overwegingen voor de plaatsing van enkele onderdelen in de liturgie. Zij willen een hulp bieden om te kunnen komen tot een inculturatie van de liturgie op plaatsen waar veel Afrikanen samenkomen in gebed en geloof om het mysterie van ons geloof te vieren. Wij denken hierbij aan die gemeenschappen waar Afrikanen bijeenkomen buiten hun eigen continent.

Vaak vormen zij gemeenschappen die los staan van de parochiegemeenschappen in het land waar zij zich hebben gevestigd. Dit levert vaak een segregatie op van deze groepen gelovige Afrikanen, wat zou kunnen leiden tot een 'gettovorming' van parochiegemeenschappen van andere culturen. Het ideaalbeeld van inculturatie in de liturgie is dat er plaats geboden wordt in de bestaande parochiegemeenschappen alwaar zich de Afrikanen vestigen, voor een stuk eigenheid, in het bijzonder op het culturele aspect in de liturgie. Dit kan gebeuren door, van tijd tot tijd, een meer cultuur-eigen viering te houden voor Afrikanen in de bestaande parochiegemeenschappen waar Afrikanen zich hebben gevestigd, samen met de plaatselijke parochiegemeenschap. Op enkele plaatsen treffen we dit fenomeen al aan. Op andere plaatsen zien we juist dat er toch gekozen wordt om een aparte geloofsgemeenschap op te richten voor de Afrikanen. Voor beide modellen is iets te zeggen. Het is niet de bedoeling in deze scriptie het één tegenover het ander te zetten en daarmee vóór het ene model en tegen het andere model te kiezen.

Waar het ons om gaat, is om een model aan te reiken waar zowel in de gesegregeerde gemeenschappen als in de geïntegreerde gemeenschappen iets mee te doen is. Het wil slechts een poging zijn om inculturatie in de liturgie een stukje dichterbij te brengen. Als voorbeeld van beide voorgenoemde situaties willen wij een korte beschrijving geven van twee parochiegemeenschappen in Nederland. Het eerste voorbeeld heeft er voor gekozen om de groep van 'medelanders' geheel op te nemen in haar bestaande parochiesituatie en zo te werken aan een inculturatie en integratie van deze verschillende buitenlandse groeperingen. Terwijl het tweede voorbeeld een parochie beschrijft welke specifiek voor Engelssprekende Afrikanen is, weliswaar uit verschillende landen van het sub-Saharagebied, en alwaar vieringen in het Engels plaatsvinden. De voorbeelden willen slechts een illustratie geven van twee totaal uiteenlopende parochiegemeenschappen, die beiden een ideaal voorstaan. Het beeld dat we hiermee geven is natuurlijk verre van compleet, daar er vele parochiegemeenschappen te vinden zijn in Nederland die allen iets specifieks met zich meedragen. Echter voor onze studie in deze scriptie willen wij volstaan met deze twee voorbeelden. Wij zullen niet ingaan op de Zaïrezen in Nederland, daar zij geen eigen geloofsgemeenschap vormen binnen de rooms-katholieke kerkprovincie van Nederland. Veelal treffen we de Zaïrezen aan in ofwel Afrikaanse georiënteerde geloofsgemeenschappen ofwel in Franstalige geloofsgemeenschappen, zoals bijvoorbeeld in de Franssprekende parochie in Amsterdam.

6.2 Afrikaanse geloofsgemeenschappen in Nederland

Alvorens wij de twee voorbeelden willen beschrijven van de parochies waar aandacht geven wordt voor Afrikanen, willen wij eerst een kort overzicht geven van Afrikaanse geloofsgemeenschappen in Nederland, christelijke kerkgenootschappen, die door met name West-Afrikanen en speciaal door Ghanezen in Nederland zijn gesticht en door hen worden geleid.

Als gevolg van de politieke en economische instabiliteit in Afrika bezuiden de Sahara al vanaf 1979 waren vooral Ghanezen gedwongen hun land te verlaten en naar het Westen en daardoor ook naar Nederland te emigreren. Verder vestigde zich hier ook een aantal van hen uit economische motieven. De meeste Ghanezen wonen in de grote steden en met name in de Bijlmermeer. De Afrikaanse geloofsgemeenschappen in Nederland benadrukken sterk hun internationaal karakter aangezien zij van mening zijn dat zij een evangelische opdracht dienen te vervullen. Zij vinden dat de boodschap van het evangelie, die zij van de koloniserende Europeanen hebben ontvangen, teruggebracht dient te worden naar het Europese continent. Een aantal van hen was en is lid van de bestaande kerken. Een groot deel van hen is lid van een van de 'African independent churches' (later bekend als 'African indigenous churches'). Dit zijn kerken die zich los hebben gemaakt van de missiekerken waaruit zij voortgekomen zijn en die door het verblijf van Ghanezen in Europa meer tot 'African international churches' zijn geworden. De Afrikaanse christenen in Nederland willen in de eerste plaats als mede-christenen beschouwd worden en niet als specifiek 'Afrikaanse' christenen: zij beschouwen zich als behorend tot de hoofdstroom van de christelijke traditie. Een deel van de Afrikaanse christenen, woonachtig in Nederland, behoort tot de rooms-katholieke kerkgroep All Saints Church, voortgekomen uit het r.-k. pastoraat voor Afrikanen, een initiatief van een groep geestelijken uit de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (SMA). De All Saints Church is nu een van de zogenaamde allochtone parochies, die vallen onder het landelijk allochtonenpastoraat van de R.-K. Kerk. Een ander deel van de Afrikanen (vooral Nigerianen) is lid van de Nederlands Katholieke Kerk. Verder zijn Afrikanen lid van kerkgenootschappen, zoals pinkstergemeenten, Zevende Dags-adventisten, de Victory Outreach Church, Maranatha Ministries e.d. De meeste geloofsgemeenschappen of kerkgenootschappen, die door de Afrikanen zijn gesticht, zijn gebed in de protestants-christelijke traditie. Hun aantal is niet precies bekend. In 1994 werd hun aantal op ca. 10 geschat. Zij variëren in grootte van enkele tientallen tot honderden leden, met een sterke flexibiliteit van lidmaatschap als gevolg van de sterke mobiliteit van de leden. Alle Afrikaanse kerkgenootschappen in Nederland zijn in feite ontstaan als huisgemeente, die zich groepeerde rond een persoon om in de beslotenheid van de woonkamer te bidden en uit de Bijbel te lezen. Vanuit de geestelijke kracht, de 'spiritual empowerment' die hieruit ontstaat, konden deze huisgemeenten zich ontwikkelen tot kerkgenootschappen, die soms in eigen lokaliteiten bijeen komen en vaak ook in de catacomben onder de parkeergarages van de Bijlmer hun diensten houden. De toename van het aantal Afrikanen aldaar leidde tot de noodzaak van een grotere en meer geschikte ruimte. De kerkgenootschappen kunnen in deze het beste gekarakteriseerd worden als basisgemeenten. Van de kerken die door Afrikanen in Nederland gesticht werden en nu geleid kennen begin 1994 een tiental geloofsgemeenschappen, alle in de Bijlmer gevestigd, een duidelijke vorm van organisatie, namelijk: The True Teachings of Christ Temple; The Resurrection Power & Living Bread Ministries; The Church of Rock Ministry; The Church of Pentecost; The Christian Worship Centre; The Assemblies of God; The Ebenezer Chapel en The Global Revival Church, The Rhema Bible Church en The Emmanuel Christian Baptist Church. Deze kerken onderhouden in de regel als Nederlandse kerken geen relaties met een 'moederkerk' in Afrika en maken ook geen deel uit van een internationaal netwerk. In Den Haag is nog gevestigd de Acts Revival Church.(301)

6.2.1 Opvattingen

Hoewel de geloofsopvattingen van de Afrikaanse kerken in Nederland geheel passen binnen de traditie van het christendom, zijn er wel specifieke kenmerken aanwezig. De Bijbel vormt niet alleen de leidraad voor de prediking, maar is het levende woord van God, dat ook vandaag en in de situatie van alledag een directe betekenis heeft voor de gelovigen. Veel Afrikanen gaan uit van een holistische levenshouding, die een zienlijke en onzienlijke wereld met elkaar verbindt. De Heilige Geest neemt daarbij in leer en leven een belangrijke plaats in. Er bestaat een duidelijk geloof in de aanwezigheid en werking van onzienlijke machten, zowel ten goede als ten kwade. Het is aan de mens om te kiezen voor een van beide machten. Als christelijke geloofsgemeenschap heeft men voor de macht van het goede gekozen en door middel van het gebed heeft men toegang tot de goddelijke macht die kan worden ingezet tegen de macht van het kwaad. Het gebed heeft een zeer wezenlijke betekenis in de geloofsbeleving en is daarom een essentieel onderdeel van elke dienst. Het gebed omvat vaak een verwijzing naar de leefsituatie van de betrokkenen, die over het algemeen zeer zorgelijk is. In de diensten wordt zowel individueel als gezamenlijk gebeden, in voorbeden of gezang. De prediking is mede een uiting van een praktische oriëntatie op het geloof: voortdurend wordt daar de relatie gelegd met de leefomstandigheden, de dagelijkse zorgen en problemen. Het geloof is zowel een ware krachtbron om het leven aan te kunnen maar tegelijk ook een bron van vreugde omdat men er stellig van overtuigd is door God gered te zijn uit de misère. De Afrikaanse christenen in Nederland geloven sterk in de mogelijkheid van wonderen en met name in de helende kracht van God, niet alleen vanuit de vele genezingsverhalen in de Bijbel maar ook vanuit het geloof dat bij God alles mogelijk is. De gelovigen willen in de diensten deel hebben aan de redding van God en responderen vaak zeer spontaan op gebed en prediking. Er bestaat een duidelijke relatie tussen hun geloof en leefomstandigheden. De kerk is een gemeenschap van broeders en zusters, waardoor de oorspronkelijke waarden van het vroege christendom onophoudelijk gepreekt en gepraktiseerd worden: liefde, onderlinge solidariteit, eenheid en verbondenheid. De Afrikaanse kerken in Nederland hebben behalve een godsdienstig ook een belangrijk maatschappelijk belang.(302)

6.2.2 De migratie van Zaïrezen naar Nederland

Met name sinds 1980 is de politieke en sociaal-economische situatie in Zaïre dermate verslechterd, dat duizenden mensen het land ontvlucht zijn. In de periode van de koude oorlog was Mobutu (president van 1965 tot 1997) een trouwe bondgenoot van het Westen, maar sinds 1986 oefenen de Westerse landen druk op hem uit om hervormingen op politiek en economisch gebied tot stand te brengen.

Het regime Mobutu gaf aan deze wens geen gehoor. Mede tengevolge van Westerse sancties heeft de verpaupering een ongekende omvang gekregen. De machtsstrijd tussen Mobutu en de democratische beweging in Zaïre veroorzaakte een toename van terreur. De recente ontwikkelingen en de militaire coup welke plaats vond begin 1997, waarbij president Mobutu is afgezet en bijgevolg de naamsverandering van Zaïre tot Congo plaatsvond, heeft nog grote onrust met zich meegebracht. Gevolg hiervan is een steeds groter wordend aantal vluchtelingen dat asiel aanvraagt in Westerse landen, waaronder Nederland.(303)

6.2.3 De migratie van Ghanezen naar Nederland

De Ghanezen kwamen vooral na 1983 naar Nederland. Toen werd de economische achteruitgang die in 1964 al begonnen was, de politieke situatie zeer instabiel. Bovendien deed zich tussen 1981 en 1983 een grote droogte in Ghana voor. In 1983 werden ongeveer een miljoen Ghanezen uit Nigeria gezet. Economische en politieke motieven liepen hier sterk door elkaar. In het begin speelden politieke redenen nog het meest een rol: dissidenten van het regime Rawlings en slachtoffers van etnische vervolging waren de eerste migranten uit Ghana naar Nederland. Later werden economische motieven belangrijker. Omdat in het jongste verleden weinigen een verblijfsstatus kregen, daalde het aantal asielaanvragen van 2500 in 1987 tot 230 in 1993. De Ghanezen die nu nog Nederland binnen komen, migreren veelal illegaal, en dat zijn er nog vele honderden per jaar.(304)

6.3 Allochtonenparochies in Nederland

Er zijn twee soorten van aansluiting bij in Nederland gevestigde kerken: ofwel op individuele basis is er een aansluiting of, in het geval van collectieve immigratie kan men spreken van een collectieve aansluiting. In het eerste geval gaat de aansluiting door assimilatie en integratie de eigen culturele en kerkelijke identiteit doorgaans snel verloren. In het tweede geval kan men, omdat men talrijk genoeg is, zich afvragen of het mogelijk is en zin heeft om -tijdelijk of dan wel blijvend- tot eigen groepsvorming binnen één der autochtonen kerken in Nederland over te gaan.(305)

De Rooms Katholieke Kerk heeft een goed doordacht kerkrechtsysteem. In dat Kerkrecht staat zij geen zelfstandige gemeenschapsvorming van allochtonen christenen, met eigen jurisdictie, met eigen kerkdiensten, eigen sacramentsbediening etc., los van de structuur van een autochtonen kerkprovincie toe.(306)

De Nederlandse Kerkprovincie heeft haar beleid inzake het vreemdelingenpastoraat gebaseerd mede op inzichten die vanuit Rome (met name Pontificium concilium de spirituali migrantium atque itinerantium cura) komen. Men heeft zich, vooral sinds de Tweede Wereldoorlog, in Rome gebogen over het vraagstuk wie verantwoordelijk is voor het vreemdelingenpastoraat: de kerk in het land van herkomst of de kerk in het land van immigratie. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft aanzet gegeven voor de instructie De pastorali migratorum cura, van de hand van Paus Paulus VI, waarin de verantwoordelijkheid voor de geestelijke verzorging van vreemdelingen bij de kerk in het land van bestemming wordt neergelegd.(307)

Voor de Nederlandse Kerkprovincie heeft de bisschoppenconferentie in 1989 een speciale commissie aangesteld, de Commissie Structuur Vreemdelingenpastoraat. Het rapport dat zij opgesteld hebben is in 1990 integraal overgenomen en een kleine permanente adviescommissie heeft de opdracht gekregen deze materie verder te bestuderen. In 1993 stelde deze adviescommissie op basis van de voorstellen drie modellen van kerkrechtelijke structuren op voor de allochtone geloofsgemeenschappen in Nederland.(308)

1. Personele parochie (paroecia personalis) met een eigen bijzonder reglement;

2. Quisi-paroecia (missio cum cura animanrum), met een eigen statuut; en

3. Het model waarbij een priester benoemd wordt (cappellanus), full-time danwel part-time, voor een bepaalde taalgroep, zonder een personele parochie of missio.(309)

Het rooms-katholieke vreemdelingenpastoraat wordt ook wel 'allochtonenpastoraat of -zielzorg' genoemd. Op grond van de eerder genoemde instructie van Paulus VI werd in Nederland in 1976 het rooms-katholieke vreemdelingenpastoraat in het leven geroepen. Vooral in de grote steden zien we meer en meer het verschijnsel van 'migrantenparochies' opkomen.(310) De twee onderstaande beschrijvingen van parochies in respectievelijk Amsterdam en Den Haag willen een beeld geven van twee modellen van parochies die zich met de zielzorg van allochtonen bezighouden. Het eerste voorbeeld is dat van het pastoraat voor West Afrikanen, welk een specifieke allochtonenparochie is, het tweede voorbeeld is dat van de St. Agnesgemeenschap in Den Haag, welk een normale binnenstadsparochie is die gaandeweg meer en meer aandacht is gaan geven aan de allochtonen binnen de parochiegrenzen.

6.4 Pastoraat voor West Afrikanen te Amsterdam

De Afrikaanse christenen in Nederland willen in de eerste plaats als mede-christenen beschouwd worden en niet als specifiek 'Afrikaanse' christenen. Zij beschouwen zich als behorend tot de hoofdstroom van de christelijke traditie. Een deel van de Afrikaanse christenen, woonachtig in Nederland, behoort tot de rooms-katholieke kerkgroep All Saints Church, voortgekomen uit het r.-k. pastoraat voor Afrikanen, een initiatief van een groep geestelijken uit de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (SMA).(311) De All Saints Church is nu een van de zogenaamde allochtone parochies die vallen onder het landelijk allochtonenpastoraat van de R.-K. Kerk.(312) Als lid van deze Apostolische Sociëteit en als communiteit lid van het Afrika Huis waarvan de All Saints Church een onderdeel is, zijn wij heel nauw betrokken bij dit project van de SMA.

De All Saints Church is een missio-parochiegemeenschap(313). Het maakt deel uit van het Roman Catholic Chaplaincy for Africans in Amsterdam. Deze gemeenschap is ontstaan vanuit een groep Ghanese katholieken. Op dit ogenblik telt de kerkgemeenschap echter mensen uit een achttal Afrikaanse landen. Doel is te zorgen voor het geestelijk en materieel welzijn van Afrikaanse Migranten. Binnen deze kerkgemeenschap kunnen Afrikanen zich uitdrukken in vormen aangepast aan hun eigen culturele afkomst. De kerkgemeenschap gebruikt de aanwezige middelen die zij ter beschikking heeft om in te gaan op de noden van Afrikanen die zich in een verschillende sociaal-culturele context bevinden.

Pater Jude Eduafo Ampah is verantwoordelijk voor deze gemeenschap en werkt hier sinds 1 januari 1998. Hij is de tweede pastoor die benoemd is voor de All Saints Church, sinds 1994 toen de parochiegemeenschap in de Van Ostadestraat te Amsterdam werd gevestigd. Deze gemeenschap is ontstaan vanuit Ghanese katholieken. Op dit ogenblik bestaat zij uit leden afkomstig uit de volgende landen; Ghana, Togo, Liberia, Kameroen, Ivoorkust, Nigeria, Oeganda en Kenia. Daarnaast zijn er regelmatig Nederlandse en Surinaamse bezoekers.

6.4.1 Liturgische diensten

Een liturgie moet gedragen worden door de kerkgemeenschap. Vandaar dat gezangen en gebeden altijd vanuit de verschillende taalgroepen komen. Het koor zingt in de volgende talen: Twi, Ewe, Ibo, Yoruba, Swahili en natuurlijk Engels. De diensten zelf worden in het Engels gedaan alsook de verkondiging. Iedere zondag zijn er diensten om 12.00 uur. Daarnaast zijn er avondvieringen op feestdagen. De wekelijkse diensten duren gemiddeld een 1,5 à 2 uur. Op dit ogenblik nemen wekelijks gemiddeld een 140 mensen deel aan de viering.(314)

Tot september 1994 werden kerkdiensten gehouden in een zaaltje van de Nieuwe Stad (Amsterdam Zuidoost) dat normaal als crèche gebruikt werd. Deze ruimte werd te klein voor de kerkgemeenschap. Daarnaast ervoer men dat de ruimte niet erg geschikt was voor liturgische diensten, ook al doordat buitenstaanders regelmatig intervenieerden. Vandaar dat de kerkgemeenschap All Saints Church direct gebruik wenste te maken van de kerkzaal in de Van Ostadestraat. Vanaf 4 september 1994 vinden daar de diensten plaats voor Engelstalige Afrikanen van Amsterdam.

De liturgie die gevolgd wordt is de officiële Romeinse ritus van 1970, zoals we die besproken hebben in hoofdstuk 4. Er zijn enkele aanpassingen (lees inculturatie-mogelijkheden) toegepast op de liturgie om het geheel een meer Afrikaans uiterlijk te geven. Veel van de aanpassingen komen dan ook voort uit de landen waar de mensen vandaan komen. Hierbij ligt weliswaar een grote nadruk op de invloeden vanuit de Ghanese setting.

Een gewone zondagse viering verloopt in grote lijnen als volgt. Rond 12.00 uur begint de viering. De aanvangstijd is niet altijd precies volgens de Nederlandse . "De Europeanen hebben de klok, de Afrikanen hebben de tijd", is een vaak gehoord excuses voor dit fenomeen, al moeten we toegeven dat er meer en meer naar gestreefd wordt om de vieringen op tijd te laten beginnen. Aan de andere kant heeft het ook wel iets aparts...

De viering begint met een grote intredeprocessie, startend van achterin de kerk. In de processie lopen voor op de koorleden die de intredezang zingend en dansen voordragen in alternatie met de verzamelde geloofsgemeenschap. Vervolgens lopen er vaak enkele mensen in de processie mee die later in de viering bij de offerandeprocessie de gaven zullen aanbrengen. Dan volgen de misdienaars en acolieten die vaak met velen aanwezig zijn. Vervolgens volgen de hoofdcelebrant en de concelebranten. Regelmatig worden de vieringen geconcelebreerd door gastpriesters vanuit Ghana, Nigeria of Nederland. Allen zijn bekend met de SMA. Ook regelmatig gaat een bisschop uit ofwel Ghana, Nigeria of van het diocees Haarlem voor in de vieringen.

De openingsrite volgens de Romeinse ritus wordt gevolgd. Hierbij treffen we de lange boeteritus aan, waarbij de mogelijkheid van de besprenkeling met het wijwater wekelijks wordt gehanteerd. De reden hiertoe is vergelijkbaar met de symbolische waarde ervan zoals besproken bij de Zaïrese ritus. Dan volgt de liturgie de gewone orde van de Romeinse ritus, met openingsgebed en het Gloria. Vervolgens de Woorddienst conform de Romeinse ritus waarbij opgemerkt dat de homilie vaak een lange verkondiging inhoudt van ruim 15 tot 20 minuten, en vaak voorzien van verhalen en illustraties zoals gebruikelijk is in veel Afrikaanse landen. De woorddienst wordt afgesloten met de voorbeden. Deze worden uitgesproken door de verschillende groeperingen van de kerkgemeenschap. Elke week heeft een andere groep de beurt om zowel de lezingen als de voorbeden te verzorgen.

De aanvang van het eucharistische gedeelte van de liturgie begint met een offerandeprocessie, welke gelijkenis vertoont met die van de Zaïrese ritus. Er wordt naast de gewone gaven van brood en wijn ook andere gaven aangeboden door de mensen vanuit de geloofsgemeenschap. Deze worden in processie naar voren gebracht terwijl het koor ritmische liederen ten gehore brengt. Bij het priesterkoor aangekomen worden de gaven aan de priester aangeboden die vervolgens de aanbieders een zegen geeft en hen bedankt. Dan volgt het gebed over de gaven. Regelmatig wordt hiervoor een gebed gezongen in het Twi waarbij de inhoud van de tekst neerkomt op de dankbaarheid voor de gaven van de aarde, het werk van onze handen en van de goedheid van de mensen. Hierbij wordt veel wierook gebruikt, wat overigens de gehele viering vaak en veelvuldig gebruikt wordt, ongeacht de liturgische tijd van het jaar.

Dan volgt het eucharistische gebed volgens de Romeinse ritus en genomen uit het Engelstalige missaal. Na de consecratiewoorden van zowel brood als wijn volgt telkens een acclamatie door de gelovigen. De viering verloopt verder zoals in de Romeinse ritus. De communiegang is ondanks de vele aanwezigen slechts beperkt tot een kleine groep. Dit heeft te maken met het schuldbewustzijn en de gedachte dat iemand in zonde leeft. Er is een veel bewustere communiegang waar te nemen. Hierbij speelt bijvoorbeeld de sterke sociale controle vanuit de Afrikaanse gemeenschappen een rol. Men gaat niet te communie als men een publiek schandulum heeft, zoals ongehuwd samenleven etc.

Voor de zegen en wegzending volgen de mededelingen voor de parochiegemeenschap. Dit kan soms een lange tijd duren, daar er geen parochiebulletin wordt uitgegeven en hierbij de orale traditie vooropstaat. Men krijgt mededelingen over de diverse parochiële gebeurtenissen en festiviteiten door en voor parochianen.

Alvorens de hoofdcelebrant de slotgebeden en zegen gaat uitspreken, nodigt hij al diegene uit die de komende week een verjaardag te vieren hebben, of hen die op reis gaan, om een speciale zegen te ontvangen. Hierbij kunnen ook andere gelovigen naar voren geroepen worden die voor een speciale gebeurtenis een speciale zegen krijgen. De mensen die naar voren komen, wordt de handen opgelegd en er wordt voor hen gebeden door zowel de priester als de gelovigen in de kerk. Vervolgens zegent de hoofdcelebrant hen met wijwater. Nadat iedereen weer naar zijn of haar plaats is teruggekeerd, volgt het slotgebed, de zegen en wegzending. Hierna verlaten de priesters en de misdienaars en acolieten de kerk in processie, voorafgegaan door het koor.

Eens per maand is er tijdens de eucharistieviering speciale aandacht voor de zieken; dit resulteert in een 'healingservice' welke vóór de zegen gehouden wordt. Eenieder wordt uitgenodigd om hieraan deel te namen, niet alleen zij die lichamelijk ziek zijn behoeven genezing, maar wij allen hebben de helende kracht nodig van God. De mensen komen dan in processie naar voren, waar de hoofdcelebrant in stilte de handen oplegt. In de tussentijd zingt het koor een lied ter ere van de Heilige Geest. Het gehele begrip healing is zeer belangrijk voor de Afrikanen.

Daarnaast assisteert de pastor ook regelmatig bij zogenaamde 'outdoorings'. Dit zijn bijeenkomsten waarbij traditioneel na 8 dagen een naam aan het kind gegeven wordt. Dan worden de waarden en normen voorgehouden die van belang voor het leven zijn. In West-Afrika is dit een gebruik dat plaatsvindt bij het opkomen van de zon. In Nederland gebeurt deze naamgevingceremonie echter ook vaak 's-nachts waarbij men vanaf 11 uur 's-avonds tot 's-ochtends vroeg feestelijk bij elkaar is.

6.4.2 Diverse werkgroepen binnen de parochiegemeenschap

Het liturgiecomité bestaat uit ongeveer 5 mensen die verantwoordelijk zijn voor de liturgische vieringen op zondagen en feestdagen. Zij bespreken welk soort liederen, gebeden en welke taal genomen worden voor de dienst. Ze stellen ook de Ordo van dienst op. Zij nodigen ook de lectoren uit alsook de personen verantwoordelijk voor de voorbeden. Er zijn hier overeenkomsten aan te geven met wat we gezien hebben bij de Zaïrese ritus, te weten met de rol van de aankondiger.

Vervolgens is er een 'welfare-comité'. Immers veel leden van deze kerkgemeenschap verkeren in moeilijke omstandigheden. Het niet hebben van de benodigde verblijfstitels roept specifieke problemen op: werkloosheid, het niet hebben van middelen, huisvesting, ziekte. De welfare groep bestaande uit ongeveer 7 personen is gevormd om een aantal van deze problemen op beperkte manier aan te pakken. Een speciale maandelijkse kerkcollecte is hiervoor ingesteld. Deze collecte wordt op het eind van de viering gehouden vóór de zegen en gaat als volgt in haar werk. De aanwezige gelovigen worden in twee grote groepen opgeroepen, de mannen en de vrouwen. Deze twee groepen worden elk weer verdeeld in groepen opgedeeld naar de dag waarop zij geboren zijn: maandag, dinsdag, woensdag, etc. In de tussentijd wordt de opbrengst van elke groep geteld en na afloop van de collecte kan direct de stand doorgegeven worden aan de aanwezigen. Zij die het meest hebben opgehaald worden door de gehele gemeenschap geprezen. Dit zijn de zogenaamde 'Kofi-Ama-collectes'. Dit is een gebruik dat overgenomen is uit Ghana.

Het kerkkoor is een belangrijke groep binnen de kerkgemeenschap. Het koor bestaat uit 17 personen. Zij weten veel aandacht te trekken door de gevarieerde muziek die zij brengen. Afrikaanse ritmes en gezangen blijken aantrekkelijk te zijn voor de Nederlandse gemeenschap, die dan kennis kan maken met een levendige, warme, Afrikaanse liturgie. Veel uitnodigingen om op te treden zijn dan ook het gevolg. Men heeft diensten verzorgd in Breda, Bavel, Nunhem, Edam, Heerlen, Amsterdam, Diemen en Zwolle. Zeer vaak heeft men echter negatief moeten reageren op uitnodigingen aangezien het kerkkoor bepaald heeft dat haar eerste verantwoordelijkheid ligt bij de All Saints' Church. Dit betekent dat zij tijdens diensten daar aanwezig zal zijn. Wekelijks oefent dit koor op zaterdagavond gedurende een tweetal uren.

De zang en muziek die door het koor ten gehore worden gebracht is pure Afrikaanse muziek en ritme. De teksten van de liederen zijn ofwel in het Engels ofwel in één van de lokale talen vanuit Ghana en Nigeria. Naar onze persoonlijke mening komt dit koor toch het best tot zijn recht als het in één van de lokale talen zingt. Het gevaar is echter wel dat men teveel van de ene taal en te weinig van de andere taal zou kunnen gaan zingen, en dat is in deze gemeenschap moeilijk. Er zijn immers meerdere Afrikaanse landen vertegenwoordigd in de parochiegemeenschap.

6.5 De geïntegreerde parochiegemeenschap

De tweede parochiegemeenschap die we hier als voorbeeld willen nemen, is gelegen in een oude binnenstadswijk van Den Haag. We hebben het over de St. Agnes gemeenschap. Een parochie in het Regentessekwartier en die dit jaar 100 jaar bestaat. "In die tijd is er veel veranderd. Men komt nu uit principe naar de kerk toe. De erediensten zijn veranderd. Tot aan het Tweede Vaticaans Concilie ging alles in het Latijn, daarna mocht in de volkstaal worden voorgegaan. Omdat in deze parochiegemeenschap veel immigranten wonen, is het belangrijk dat er een veeltaligheid is gedurende de samenkomsten"(315), aldus pastor Bosco Beijk, parochiepriester van de Agnes gemeenschap. "Behalve Nederlands en Latijn worden de diensten in het Engels, Spaans, en soms in het Perzisch en Frans gehouden. Zo kunnen de mensen zich thuis voelen. Er wonen hier veel Chinezen, Nigerianen en Ghanezen, Zuid-Amerikanen, Hindoestanen, Wit-Russen en Polen, Christen-Turken, Christen-Irakezen en Christen-Iranesen en natuurlijk de diverse mengvormen."(316) Dit vraagt aandacht van de parochie, wil men alle mensen die in de parochie woonachtig zijn opnemen in een zelfde parochiegemeenschap.

Wijzelf kennen de St. Agnesparochie al enkele jaren. We kunnen eigenlijk stellen dat onze binding met het missionaire leven hier ontstaan is. Vooral de openheid die in deze parochiegemeenschap wordt geboden aan alle groepen van de bevolking en vanuit alle delen van de wereld, is een werkelijke verrijking geweest voor ons. Vooral de grote groep Nigerianen en Ghanezen die in dit stadsdeel wonen en er voor hebben gekozen om deel uit te gaan maken van de Agnes parochie heeft ons de voorliefde voor de Afrikaanse gemeenschap en hun beleving van het geloof aangewakkerd.

De massale kerkverlating waar zoveel kerken mee kampen, gaat vooralsnog aan de Agnes parochie voorbij. Gemiddeld wonen er gemiddeld een driehonderd gelovigen de eucharistievieringen bij. Deze parochie is de enige van de 29 parochies die Den Haag telt, die nieuwkomers bewust integreert. Dit heeft er in geresulteerd dat iedere tweede zondag van de maand er een meertalige viering gehouden wordt. Op de andere zondagen wordt er overigens ook rekening gehouden met de meertalige en meerkleurige parochianen van de Agnes.

Juist het model van de integratie spreekt ons aan, ook in het kader van onze studie. De Agnes parochie heeft voor dit model gekozen, daar ze zich wil afzetten tegen de segregatie in de Rooms Katholieke Kerk om immigranten apart te laten kerken. Ze wil dan ook niet spreken van een multiculturele samenleving en parochiegemeenschap maar van een interculturele samenleving en parochiegemeenschap; we beïnvloeden elkaar namelijk en met het hanteren van deze term onderkennen we dit proces en staan we er meer voor open.(317)

Hoe wordt dan in deze parochiegemeenschap de vieringen van de eucharistie gevierd en wat maakt het zo uniek dat wij zeggen dat dit een zeer acceptabel model is voor parochies met migranten? Wat betreft liturgie houdt men zich hier aan de richtlijnen zoals die gegeven zijn in het Tweede Vaticaans Concilie. De eucharistie wordt gevierd volgens de Romeinse ritus van 1970 en heeft de mogelijkheid opgepakt om de viering aan te passen. Zo wordt er gelegenheid gegeven voor de anderstaligen om bijvoorbeeld de lezingen van de dag in bijvoorbeeld het Engels en het Spaans voor te lezen, terwijl de parochianen allen de tekst in het Nederlands hebben afgedrukt gekregen in het parochiebulletin van de betreffende zondag. Ook de voorbeden worden in diverse talen gebeden. Zoals gezegd wordt eens per maand, de tweede zondag van de maand om precies te zijn, een meertalige viering gehouden. Hierbij geeft men twee liturgieboekjes uit; Nederlandstalige en Anderstalige, zodat eenieder de viering kan volgen.

Veel aandacht wordt er besteed aan de grote groep Afrikanen in de parochie. Zij hebben zelfs een eigen afvaardiging in de parochievergaderingen en onderhouden ook eigen bijeenkomsten die georganiseerd worden door de parochie. Daarnaast stimuleert de parochie de leden van de Afrikaanse groep om de Nederlandse taal machtig te worden en zo te werken aan een volledige integratie in de samenleving. De pastor helpt, waar mogelijk, om voor de, veelal illegalen Afrikanen, een leefbaar klimaat te scheppen in hun bestaan. Zo wordt er vanuit de parochie ook meegedacht en geholpen voor het zoeken van werk voor vele van deze mensen.

Tijdens de specifieke meertalige vieringen heeft de Afrikaanse gemeenschap van de Agnes-parochie een groot aandeel. Zo worden er dan ook specifieke Afrikaanse gebruiken opgenomen in de viering. Dit uit zich in zang, dans en muziek en offerande processies, zoals we die gezien hebben bij de bespreking van de Zaïrese ritus. Voorafgaande aan de eucharistieviering op de tweede zondag van de maand is er een speciaal gebedsuur dat door de Afrikaanse gemeenschap geleid wordt en ontstaan is na een parochieretraite gegeven aan de Afrikaanse gemeenschap door een Nigeriaanse priester die op uitnodiging van de parochiegemeenschap te gast was in de St. Agnes gemeenschap. Jaarlijks komen er vele Afrikaanse priesters op bezoek in de parochie, die concelebreren in de vieringen. Zelfs bisschoppen uit onder andere Nigeria zijn onder deze gastpredikers opgenomen.

De taal tijdens de meertalige vieringen is overwegend Engels en Spaans. Daarnaast wordt het Nederlands niet geheel verbannen uit de viering. Het eucharistische gebed wordt tijdens deze zondagen gebeden in het Latijn.

6.6 Opbouw van de Afro-centrische viering

Nu we de twee voorbeelden hebben gegeven van parochiegemeenschappen die openstaan voor liturgievieringen met en door Afrikanen, willen we komen tot het maken van een voorstel van een eucharistieviering voor en door Afrikanen. Ons voorstel zal, zoals gezegd voornamelijk gebaseerd zijn op de Zaïrese ritus en verder houden wij ons aan de voorschriften zoals die zijn gegeven tijdens het Tweede Vaticaans Concilie en welke wij besproken hebben in hoofdstuk 4.

We willen nu eerst de structuur van de viering schematisch weergeven en waarnodig voorzien van kort commentaar, om vervolgens in subparagrafen de verschillende onderdelen welke afwijken van de Romeinse ritus en welke nog niet uitvoerig besproken zijn bij de bespreking van de Zaïrese ritus nader uit te leggen. Ook de specifiek eigen voorstellen die wij maken, zullen we nader toelichten in die subparagrafen.

6.6.1 Structuur van de viering

Als raamwerk voor de opbouw van de viering hanteren wij de standaard opbouw zoals gegeven in de Romeinse ritus: samenkomst van de gelovigen, de openingsritus, de liturgie van het Woord, de liturgie van de Eucharistie en de slotritus. Binnen dit gegeven kader brengen we enkele wijzigingen aan in vergelijking tot de Romeinse ritus. Hiertoe gaan we te rade bij de Zaïrese ritus. Met name zullen we de litanie van de heiligen opnemen in het voorstel, zoals we ook gezien hebben bij de Zaïrese ritus, echter met enkele nuances. Ook willen wij overnemen de plaats van de boeteritus zoals gegeven in de Zaïrese ritus en wel vanwege de beargumentering zoals we die aldaar hebben aangetroffen. Andere aanpassingen en vormen van inculturatie zullen we tegenkomen bij de bespreking van de structuur zoals we die hieronder zullen weergeven.

6.6.1.1 Samenkomst van de gelovigen

Iedere viering begint met de samenkomst van de gelovigen. Zij worden opgeroepen tot gebed en begeven zich naar de kerk. Aldaar vormen zij allen één familie in het geloof. Het is dan ook goed dat we er rekening mee houden om de mensen ook als familie en als goede gasten te ontvangen in het huis van de Heer.

Ons voorstel is om een speciale ontvangstcommissie aan te stellen die de mensen gastvrij ontvangen in de kerk. Het verwelkomen van mensen is een gegeven wat gelukkig al veel vaker te zien is in vele parochiegemeenschappen. Vanuit het oogpunt van de gastvrijheid volgens het Afrikaanse model en de Afrikaanse cultuur zou het goed zijn om de mensen een glas water aan te bieden. Het gebruik in veel Afrikaanse landen is dat als men ergens op bezoek komt in een huis, men eerst een glas water aanbiedt, alvorens men andere dingen gaat doen. Het is een teken van verfrissing. De persoon die onderweg is geweest, kan zichzelf eerst opfrissen met een verkoelend glas water na een lange stoffige tocht.

Daarnaast is het ook van belang dat nieuwe mensen in een gemeenschap, die eventueel als gast komen, of zich pas hebben gevestigd in de parochie, verwelkomd worden in de parochiegemeenschap. Dit is dan ook een taak voor hen die als ontvangstcomité optreden om dit in de gaten te houden. Zo komen we dan tot de volgende twee punten welke van belang zijn voor de samenkomst van de gelovigen:

1. Een ontvangstcomité verwelkomt de mensen. Hierbij wordt de mogelijkheid geboden om een glas verfrissend water te drinken

2. Verwelkoming door een lid van de gemeenschap en verwelkoming van nieuwe leden van de parochiegemeenschap.

6.6.1.2 De openingsritus

De viering begint dan met de openingsritus, zoals het kader van de Romeinse ritus dat ook aangeeft. We willen dan ook de grondstructuur van de Romeinse ritus nemen als uitgangspunt met de toepassing zoals we die ook gezien hebben bij de Zaïrese ritus.

De viering wordt geopend door een inleidend woord van de aankondiger, die de taak heeft om de viering in te leiden door de verzamelde gemeenschap welkom te heten(318). Vervolgens verwelkomt hij of zij ook de priesters die aan de viering deelnemen en de eventuele belangrijke gasten -die van ver zijn gekomen - die deelnemen aan de viering.

Na de verwelkoming door de aankondiger, wiens rol te vergelijken valt met wat wij in hoofdstuk 4 hebben beschreven over de commentator tijdens de gedialogeerde vieringen, volgt de intredeprocessie. Deze processie wordt begeleidt door veel muziek en zang en een vorm van liturgische dans naar het voorbeeld van de Zaïrese ritus.

Bij het altaar aangekomen, begroet de priester het altaar op de gebruikelijke wijze van de Romeinse ritus door het altaar te kussen. Vervolgens bewierookt hij het altaar en de overige bedienaren nemen hun plaats in op het priesterkoor. Wanneer eenieder zijn of haar plaats heeft ingenomen, begroet de priester de gelovigen en geeft een korte inleiding op de liturgie van de dag. Dit dient een korte inleiding te zijn en moet geen vóór-preek zijn.

Dan wordt de viering geopend zoals in de Zaïrese ritus, met de litanie van de heiligen en aanroeping van de 'ancêtres'. Deze litanie zou het best in drie gedeelten opgebouwd kunnen worden en wel de heiligen zoals wij die kennen vanuit de Kerk, de namen van hen die ons zijn voorgegaan in het geloof en het noemen van de namen die voor ons leven nu een belangrijke rol hebben gespeeld in ons religieuze leven. In paragraaf 6.2.3 zullen wij uitgebreid terugkomen op de opbouw van deze litanie. De litanie wordt dan afgesloten met het zingen van een lied ter ere van God de Vader en dat getuigt van de dankbaarheid voor Zijn goedheid. Dit kan het Gloria zijn, maar een ander passend en wat betreft inhoud overeenkomstig lied kan ook gezongen worden.

Vervolgens willen wij voorstellen om nu aan enkele mensen vanuit de geloofsgemeenschap de gelegenheid te geven om een geloofsgetuigenis te geven ten overstaan van de gehele gemeenschap. Hierbij denken wij aan hen die bijvoorbeeld op kort termijn hun huwelijksinzegening zullen ontvangen in de parochiegemeenschap, of ouders die de geboorte van hun pasgeborene willen meedelen aan de geloofsgemeenschap. Ook andere vormen van een getuigenis vanuit het geloof kunnen hier plaatsvinden. Het is de bedoeling dat de getuigenissen van dankbaarheid of verdriet kort geformuleerd worden. Het heeft als doel om de gehele geloofsgemeenschap mee te laten vieren en mee te laten voelen in het lief en leed van de medeparochianen. Deze getuigenissen worden dan afgesloten met het openingsgebed waarin eventueel de getuigenissen kunnen worden opgenomen door de voorganger in de formulering van het openingsgebed, dat als basis het gebed vanuit het Romeinse Altaar missaal heeft.

Samengevat komt de openingsrite, zoals wij die hier willen voorstellen, neer op het nu volgende schema:

1. Binnenkomst van de aankondiger; welkom aan de verzamelde gemeenschap der gelovigen; en uitnodiging tot deelname aan de eredienst;

2. Intredeprocessie van de hoofdcelebrant en de overige bedienaren en overige deelnemers aan de eredienst die een speciale rol tijdens de viering verrichten, vergezeld van intredelied door het koor;

3. Verering van het altaar;

4. Begroeting van de mensen en inleiding tot de liturgie van de dag door de voorganger;

5. Aanroeping van de heiligen en van de 'ancêtres';

6. Lied of acclamatie (het gloria);

7. Getuigenissen door enkele gelovigen - zij die gaan trouwen, zij die een geboorte aankondigen, of anderszins getuigenissen van geloof -

7. Openingsgebed.

6.6.1.3 Liturgie van het Woord

Het tweede grote gedeelte van iedere eucharistieviering is de liturgie van het Woord. Wij willen het model van de dienst van het Woord overnemen zoals die is opgesteld in de Zaïrese ritus. Hierbij willen wij wel enkele uitbreidingen en aanpassingen voorstellen. In het bijzonder bij de boeteritus.

Het gebruik om voorafgaande aan het lezen van het Woord Gods een zegen te vragen, met de bedoeling dat de lector de genade ontvangt om de verkondiging goed ten gehore te brengen voor de geloofsgemeenschap is een mooi en nuttig gebruik. We hebben hierover al opmerkingen gemaakt bij de bespreking van de Zaïrese ritus, waar we vooral verwezen naar het algemeen priesterschap en de opdracht om het Woord van God te verkondigen als opdracht van ons doopsel. Als de zegen wordt gezien als bron van genade en niet als een onderverdeling in hiërarchie, dan is er niets mis mee. Het zou bovendien goed zijn als de lezingen worden ingeleid door de persoon die de rol van de aankondiger in de viering verzorgt. Hij of zij kan een korte thematische inleiding geven aan de gelovigen.

De lezing van het evangelie mag met enige allure aangekleed worden. Hieraan vooraf gaat eerst de processie met het evangelieboek, welke bij binnenkomst op het altaar opengeslagen is neergelegd. Deze wordt nu opgehaald door de diaken of de voorganger die vergezeld van acolieten met kaarsen en wierook, van het altaar in plechtige processie naar de ambo lopen. Aldaar legt de diaken of de voorganger het evangelieboek neer en het koor zet het alleluja gezang in. De diaken of voorganger bewierookt het evangelieboek en verkondigt de Blijde Boodschap. Na de verkondiging wordt het evangelieboek plechtig weggedragen naar een standaard die op het priesterkoor opgesteld staat. Daarop wordt het boek open neergelegd en blijft daar liggen gedurende de rest van de viering. Hetgeen we gehoord hebben wordt nu vertaald naar de concrete situatie van nu in de homilie. Daarna volgt het uitspreken of uitzingen van de geloofsbelijdenis.

Vervolgens volgt de boeteritus. De plaatsing juist hier is verklaard bij de bespreking van de Zaïrese ritus. De boeteritus is een daad van bekering na het horen van Gods Woord en oproep tot bekering en verzoening. Drie manieren willen wij hier als voorstel neerleggen. Eerstens de plechtige vorm van de boeteritus. Deze gaat gepaard met de zegening van het wijwater volgens het Romeinse missaal en de besprenkeling van de gelovigen tijdens de rondgang met het wijwater door de kerk. Deze vorm is min of meer identiek aan de vorm zoals wij die hebben besproken bij de Zaïrese ritus. Dan de eenvoudige ritusvorm. Hierbij wordt gekozen voor de kyrie-litanie vanuit de Romeinse ritus. Deze kan in de Paastijd vergezeld worden van de besprenkeling der gelovigen met het wijwater, maar buiten de Paastijd kan de besprenkeling weggelaten worden. Een derde vorm die wij hier willen voorstellen is een rite van 'healing' als boeteritus. Deze vorm neemt ook weer wat meer tijd in beslag en gezien de aard van de ritus is het niet wenselijk deze werkelijk te voltrekken. Het begint met een inleidend gebed:

Onze Heer Jezus, U die weldoende rondging en alle zieken en kwalen genas, en zondaars vergeving schonk, U heeft aan uw leerlingen de opdracht gegeven om zorg te hebben voor de zieken, om hen de handen op te leggen en hen in uw Naam te zegenen. Om aan zondaars de Blijde Boodschap te verkondigen en hen kwijtschelding te schenken van hun zonden.

In deze viering willen wij onze zieken aan God aanbevelen, zodat zij alle pijn van lichaam en geest geduldig kunnen dragen vanuit het besef dat zij delend in uw smarten en lijden, ook zullen delen in uw vertroosting. En voor ons allen hier aanwezig vragen wij U, omdat wij beseffen dat wij zondaars zijn, en dat wij genezing nodig hebben: Dat wij vergeving mogen ontvangen in uw naam, die bevrijding geeft aan lichaam en aan geest.(319)

Na het uitspreken van bovenstaand gebed nodigt de voorganger de mensen uit om naar voren te komen en legt hen in stilte de handen op. Het gebaar van de handoplegging is zowel symbool voor de helende functie van deze ritus, als ook voor de vergevende functie van deze ritus. Men kan er ook voor kiezen om de ernstig zieken en bejaarden tijdens deze vieringen te zalven met de Heilige Olie, voor kracht en sterkte. Dit dient echter wel beperkt te blijven tot enkele vieringen per jaar. Een goed schema daarvoor is in de Adventstijd en in de Goede week plechtigheden op de viering vóór Witte Donderdag.

De gehele boeteritus welke vorm dan ook gebruikt wordt, wordt afgesloten met de ritus van de vredewens, immers zoals we gezien hebben bij de Zaïrese ritus, is de vredewens de concrete invulling vanuit de vergeving, kracht en steun die men zojuist heeft ontvangen. Het geheel van de boeteritus en de liturgie van het Woord wordt afgesloten met de voorbeden die verwoord worden door verschillende voorbidders. Bij het lezen van de gevraagde misintenties voor de viering kan de priester desgewenst hier de namen herhalen die al reeds in het begin zijn genoemd tijdens de openingslitanie in het tweede gedeelde, het gedeelte waarin de namen genoemd worden van hen die ons zijn voorgegaan in het geloof. De voorbidders kunnen gevraagd worden uit de diverse groeperingen van de parochie, gelijk wij beschreven hebben bij de parochieschets van de allochtonenparochie te Amsterdam. Samengevat ziet het schema van de liturgie voor de Woorddienst er als volgt uit:

1. Gebed over de lectoren gevolgd door het verkondigen van de lezingen van de dag, welke vooraf worden ingeleid door de aankondiger: de eerste lezing, responsoria psalm en tweede lezing;

2. De plechtige binnenkomst van het Evangelieboek en de verkondiging van het Evangelie;

3. De homilie;

4. De geloofsbelijdenis (Credo);

5. De boeteritus of healingritus

6. De rite van de vredewens of vredeskus;

7. De gebeden van de gelovigen, de voorbeden

6.6.1.4 Liturgie van de eucharistie

Het tweede kerngedeelte van de liturgie is de liturgie van de eucharistie. Hier staat de tafel van de Heer centraal, waar allen één worden in Zijn naam. In grote lijnen willen wij de ritus volgen zoals die in de Romeinse ritus gehouden wordt. Wel willen wij ook zoals in de Zaïrese ritus voorstellen om de offergavenprocessie op een plechtige manier te doen. Daarbij komen ook de gaven van de gelovigen aanbod.

De offerandeprocessie is een actieve participatie van de gelovigen, waarbij naast de gaven van brood en wijn, ook de mogelijkheid geboden moet worden om eigen gaven aan te bieden aan de kerk. In de Europese setting is het niet meer nodig om de priester gaven te geven voor zijn levensonderhoud. Wel kunnen de gaven die in de processie door de gelovigen worden aangedragen benut worden om andere parochianen, die het minder goed hebben, bij te staan vanuit de parochiegemeenschap.

De processie dient feestelijk gehouden te worden. Dans en muziek moet de processie begeleiden. Aangekomen bij het priesterkoor bieden de aandragers de gaven aan de priester aan en hij zegent hen als blijk van dankbaarheid voor de gaven van het volk. Tijdens het aandragen van de gaven van het volk dient ook de collecte mee gedragen en aangeboden te worden bij het priesterkoor, aan de priester en zijn bedienaren. Voor de collecte kan men kiezen voor het zogenaamde Afrikaanse model. Hierbij worden er geen collectemanden doorgegeven aan de mensen in de kerk, maar de mensen zelf gaan naar voren en geven hun geldelijke bijdragen in de daartoe klaarstaande collecteschalen. Dit geheel kan voorafgaan aan de processie en begeleid worden door muziek van het koor en de mensen kunnen op een dansende wijze naar de collecteschalen naderen. Dit is het gebruik in veel Afrikaanse landen en ook in de parochiegemeenschap zoals wij die beschreven hebben, van de Afrikaanse gemeenschap in Amsterdam. Zo wordt ook de collecte een zeer actieve participatie van de gehele kerkgemeenschap en van het koor. Na de collecte worden de collecteschalen meegedragen in d e processie van de offerande.

De diaken assisteert de priester bij de tafelbereiding en de priester bidt vervolgens luidt de gebeden over de gaven die hij vervolgens ook bewierookt. Nu zou het een voorstel van onze kant zijn om hier een nieuwe ritus bij te voegen. Een ritus die in het verlengde ligt van de litanie welke aan het begin van de viering is gebeden, in het bijzonder het gedeelte van de voorouders, of hen die ons zijn voorgegaan in het geloof, of zoals de Afrikanen dat zeggen van onze 'ancêtres'. De rite zou dan bestaan uit een zogenaamde 'libation', hetgeen te vertalen is met een plengoffer. Dit is een gebruik dat we ook in de Heilige Schrift, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament tegenkomen. Dit gebruik wordt in veel Afrikaanse landen nog steeds toegepast bij culturele en godsdienstige bijeenkomsten. We zullen hier dieper op ingaan bij de aparte bespreking van dit onderdeel in paragraaf 6.2.4, alwaar wij de 'libation' bespreken vanuit de culturele achtergrond en verwijzingen geven naar de Heilige Schrift. De priester zou nu met het water dat ook gebruikt wordt bij de offerande, deze 'libation' kunnen voltrekken op het eind van de gebeden over de gaven. De bedoeling en intentie zoals die in de Afrikaanse cultuur beleefd wordt, is om hen die in ons geloof ons zijn voorgegaan, ook te betrekken bij deze eredienst en hun voorspraak en kracht te vragen door een rituele handeling van een 'libation' te verrichten. Zoals gezegd zullen wij in paragraaf 6.2.4. hier dieper op ingaan.

De rest van de liturgie van de Eucharistie stellen wij voor om de rite van de Romeinse Kerk te volgen vanaf het Eucharistische gebed tot en met het gebed na de communie. Hierbij is weliswaar de aanpassing gemaakt dat de vredewens al reeds naar voren is gehaald en onderdeel is van de liturgie van het Woord. Samengevat komt de liturgie van de Eucharistie neer op het nu volgende schema:

1. (Plechtige) Processie naar het altaar met de (offer)gaven en de presentatie van de gaven;

2. Gebed over de gaven vergezeld van een 'libation';

3. Het Eucharistische Gebed;

4. Het Onze Vader;

5. De communieritus en dankzegging na de communie;

6. Het breken van het Brood.

7. De communiegang der gelovigen;

8. Het gebed na de communie.

6.6.1.5 De slotritus en zegen

Iedere liturgische viering heeft een openingsrite en een slotrite. Deze slotrite is kort van structuur, zowel in de Romeinse ritus als in de Zaïrese ritus. Wij willen in ons voorstel ons hieraan houden. Echter wij willen wel voorstellen om vóór de zegen voor de gelovigen de gelegenheid te scheppen om mensen met een bijzondere intentie, zoals zij die hun verjaardag vieren in de komende week, zij die ver op reis gaan, zij die voor een belangrijke stap in hun leven staan, te bidden en hen te zegenen. Dit gebruik hebben wij reeds beschreven in de beschrijving van het parochiemodel zoals wij dat in Amsterdam in de allochtonenparochie hebben aangetroffen. Dit is een voornamelijk Ghanees gebruik dat zijn weg heeft gevonden in de viering van de eucharistie aldaar.

De priester nodigt hen uit die gevraagd hebben om een zegen. Zij komen op het priesterkoor en de priester spreekt een gebed over hen uit, legt hen de handen op en zegent hen met het wijwater. Zij maken een gebaar van dankbaarheid ten aanzien van God tegenover de priester. Het koor kan in de tussentijd een lied ten gehore brengen ter ere van de Heilige Geest, die zijn gaven moge uitstorten over deze mensen die gezegend worden.

Na deze zegening is het ogenblik waarop de mededelingen, welke van belang zijn voor de parochianen, worden meegedeeld. Dit wordt gedaan door de persoon die de rol van de aankondiger vervult tijdens de gehele dienst. Hierbij dient er op gelet te worden dat de mededelingen kort van aard zijn en krachtig geformuleerd worden. Immers in de meeste parochie wordt er ook een parochiebulletin uitgegeven, alwaar de mededelingen langer beschreven kunnen worden. Tegelijkertijd dankt de aankondiger de priester die voor is gegaan in gebed en vraagt hem vervolgens de gemeenschap weg te zenden onder de beschermende zegen van God. De priester geeft nu aan de gelovigen de plechtige zegen, waarvoor het altaarmissaal van de Romeinse rite diverse modellen aanreikt. De diaken spreekt de woorden uit voor de wegzending. Vervolgens gaan de priester en concelebranten samen met de acolieten en misdienaars in plechtige processie terug naar de sacristieruimte. Zij worden in de processie vooraf gegaan door het koor dat het slotlied zingt. Het koor blijft in het middenpad staan op het eind van de kerk en de priester en de overige bedienaren lopen tussen hen door naar de sacristieruimte. Schematisch weergegeven ziet de slotritus er als volgt uit:

1. Zegening over personen met een bijzondere nood;

2. Mededelingen voor de gemeenschap;

3. Plechtige zegen voor alle gelovigen en de wegzending;

4. Uittocht processie.

6.6.2 Actieve Participatie

De oproep tot een volledige, weloverwogen en doordachte actieve participatie in de liturgische vieringen in het document over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie stond centraal in de liturgische vernieuwingen, zoals we hebben gezien in hoofdstuk 4.

Voor de Afrikaanse kerken was dit op zich genomen niet een geheel nieuw element. Zij hadden al vóór dat de bisschoppen bijeenkwamen in Rome hier meerdere malen op aangedrongen in Rome. Zij hadden gevraagd aan Rome om meer openheid te bieden in de liturgie en de ruimte te bieden aan de levendigheid en het levensritme van de Afrikanen. Voorbeelden hiervan hebben we besproken bij de bespreking van de ontwikkeling van de Zaïrese ritus.

Participatie in een geloofsgemeenschap is van grote betekenis in iedere gemeenschap. Zo ook en misschien zelfs nog wel meer daar waar het gaat om vieringen waarbij Afrikanen betrokken zijn. Bij de voorbeelden die we al gezien hebben zowel bij de Zaïrese ritus, als ook bij de bespreking van de parochiegemeenschap van de All Saints Church in Amsterdam, zien we dat op een gewone zondag de actieve participatie van de gelovigen zeer breed wordt toegepast tijdens de vieringen. De vieringen beginnen al met een grote processie, waarbij vele in de intredeprocessie meelopen en waarbij de gehele geloofsgemeenschap volop en enthousiast meezingt, danst en muziek maakt. We treffen dat ook aan bij de processies verder in de liturgische viering, zoals bij het evangelie, de offerande processie en de uittreden processies. Meerdere vormen van een gemeenschappelijke processie treffen we ook aan bij de communiegang, en soms bij enkele vieringen waar ook het element van 'healing' tijdens een viering wordt ingevoegd.

6.6.3 Litanie van de heiligen en de voorouders, van hen die ons zijn voorgegaan

Een goed gebruik zou zijn als men deze vorm van litanie toepast in de viering, om de litanie in drie gedeelten te verdelen. Het eerste gedeelte is dan toegeschreven aan de bekende heiligen van de Romeinse kalender wiens namen ook in de litanie van de heiligen voorkomen, zoals de parochieheilige, naamheiligen en andere belangrijke heiligen die als voorbeeld dienen voor de gemeenschap. De gelovigen kunnen de aanroeping dan beantwoorden met een eenvoudig antwoord zoals 'bidt voor ons', of 'wees bij ons'.

Het tweede gedeelte van de litanie kan ingevuld worden met de namen van hen die ons ontvallen zijn. We denken hierbij aan een concrete toepassing van de gevraagde misintenties waarbij we normaal de namen noemen van hen die ons in het geloof zijn voorgegaan. Dit model is een concrete toepassing van wat we min of meer gezien hebben bij de Zaïrese ritus. Daar worden de namen van de 'ancêtres' genoemd bij de litanie aan het begin van de viering. In het voorstel dat we hier maken combineren we twee elementen. De aanroeping van de mensen die ons dierbaar zijn en ons zijn voorgegaan, en de intenties van de misviering. Het is een goed gebruik om die namen op een passende manier te noemen tijdens de viering. Als een antwoord op het noemen van deze namen kunnen we voorstellen om de gelovigen te laten antwoorden met 'denk aan ons' of 'wees bij ons'.

Het derde gedeelte van de litanie is dan bedoeld voor het noemen van die namen van hen die ons leven op een één of ander manier hebben geraakt, afkomstig van de gehele aarde. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan Mother Téresa van Calcutta of iemand als Martin Luther King. Zeg maar de heiligen van onze tijd, die (nog) niet opgenomen zijn in de lijst van 'officiële' heiligen van de Kerk. Maar we kunnen hierbij ook denken aan de slachtoffers (martelaren) van bijvoorbeeld Ruanda, Burundi, slachtoffers van geweld, slachtoffers van grote ongelukken (hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan de slachtoffers van de Bijlmer-ramp). In sommige gevallen kunnen hier bijvoorbeeld ook de namen van voorgaande voorgangers en bisschoppen genoemd worden.

Op deze wijze wordt de litanie van de heiligen een litanie die allen raakt, hen die officieel door de Kerk als heilig wordt gezien, hen die voor ons mensen heel nabij stonden en zo op hun manier voor ons onze eigen heiligen zijn, en de grote namen van hen die een richting in het leven hebben aangegeven om te leven vanuit een bepaalde overtuiging, of hen die door geweld of ongeluk ons plotseling zijn ontvallen. Hiermee maken we de litanie heel concreet en nabij.

Ten aanzien van het gebruik van de 'ancestors' in de liturgie, vinden we in het Instrumentum Laboris van de Katholieke Bisschoppen Conferentie in Ghana voor hun eerste Nationaal Katholiek Pastoraal Congres de volgende opmerking, die wij hier in haar geheel willen overnemen:

The Pope, in his homily in the inaugural Mass of the African Synod, called for the ardent search for the one God through veneration of the ancestors. Taking due precautions not to diminish true worship of God or play down the role of the saints, the Ghanaian church should permit ancestor veneration with due liturgies and proposed by competent authorities in the Church. This veneration needs to be looked into earnestly thereby unravelling the whole potential richness of African spirituality as well the capacity of its openness to the mysterious God ...(320)

Deze opmerking drukt eigenlijk de wens uit, zoals wij die ook willen gebruiken met het gebruik van de mogelijkheid om de namen van hen die ons in het geloof zijn voorgegaan, van onze 'ancestors' op te nemen in de liturgie, en daarmee de rijkdom van de Afrikaanse spiritualiteit mee te nemen om God te zoeken.

6.6.4 De 'Libation' ofwel 'Plengoffer'

In aansluiting op het voorgaande, waar we wezen op het aanroepen van de heiligen, van de voorouders ofwel 'ancêtres' en van de slachtoffers van geweld, zou het met het oog op Afrikaanse traditie goed zijn om een geheel nieuw element toe te voegen in de viering van de eucharistie, en wel het element van de 'libation'. Dit gaat dan nog een stap verder, dan wat tot nu toe bijvoorbeeld gedaan wordt in de Zaïrese ritus, alwaar de 'ancêtres' worden aangeroepen in de litanie.

'Libation' vindt plaats in veel Afrikaanse landen tijdens de meest belangrijke bijeenkomsten en momenten in het leven, zoals bij een geboorte, bij het volwassen worden van een stam-lid, bij een huwelijk en bij de dood. Het wordt ook toegepast wanneer leden van een familie of clan bepaalde belangrijke stappen ondernemen in hun leven zoals een verre reis, een zaak openen, afsluiting van een studie etc. De 'libation' wordt doorgaans uitgevoerd door het hoofd van de familie van het hoofd van een 'tribe' of 'clan', door de linguist of door de priester van de natuurgodsdiensten zoals de Fetisj-priest. Het kan plaatsvinden in huis, in het huis van het stamhoofd, ofwel privé ofwel publiekelijk, en ook tijdens religieuze culturele bijeenkomsten. De 'libation' zoals die in veel sub-Sahara landen plaatsvindt, neemt normaal gesproken de volgende vorm aan:

With water of alcoholic drink in hand, the person pouring the libation raises the drink to God Almighty as he or she says words like these: 'We show you drink, we do not offer you drink.' some then go on to invoke God's blessing on the drink by saying: 'We show this drink to you so that you may touch it and remove from it all evil, so that as we pour it, whatever we say or implore for ourselves may be efficacious unto our good.' Next we have the invocation of the gods and the ancestors and de declaration to them of the purpose of the prayer. Some go on to invoke a curse on all those who out of hatred would wish that nothing good resulted from the gathering.(321)

De 'libation' zoals hierboven beschreven zou best goed opgenomen kunnen worden in de Katholieke erediensten, met uitsluiting van de laatste regel waarin er een vloek wordt uitgesproken over hen die het kwade voorhebben met de 'libation'. Dat is ook een punt dat we aantreffen waarin Afrikaanse landen geëxperimenteerd wordt met een Katholieke viering in combinatie met de oer- godsdienstige praktijken, zoals de 'libation'. Zo hebben wij zelf in Ghana enkele voorbeelden gezien van vooral begrafenisritussen waarbij tijdens de Katholieke viering de 'linguïst' van het stamhoofd de 'libation' uitsprak voor de zielenrust van de overledene. Ook bij de zogenaamde naamgeving van een pasgeborene hebben wij dit gebruik vaak aangetroffen om de bescherming en zegen van de 'ancestores' te vragen over het nieuw geboren leven.

Met betrekking tot de betekenis van de 'libation' voor hen die de 'libation' verrichten kunnen we drie opmerkingen maken die van belang zijn. Ten eerste, zij die een 'libation' uitvoeren drukken daarmee uit dat zij een zegen en een concrete beneficia verwachten voor henzelf en voor hen uit wiens naam zij deze 'libation' verrichten. Ten tweede, door de 'libations' tracht men de bijzondere groep te eren van geestelijke zielen tot wie men zich richt in de 'libation'. En ten derde, 'libation' creëert een atmosfeer en gesteldheid van solidariteit onder de leden van een bepaalde gemeenschap. Er zijn voorbeelden dat bepaalde gemeenschappen in Ghana, van tijd tot tijd bijeenkomen om oplossingen te zoeken voor hun gemeenschappelijke problemen met een 'libation'.(322)

De houding van christenen ten aanzien van 'libation' verschilt nogal sterk. Voor sommigen is het zeer onbijbels en onchristelijk. Voor bepaalde groepen in het christendom, zoals de pentecostal en charismatische stromingen in de kerken, is het niet alleen onbijbels, maar zelfs demonisch. Velen in de christelijke kerken hebben er eigenlijk geen officiële mening over uitgesproken. In het licht daarvan is het misschien toch goed om te melden dat 'libation' op zich genomen niet een heidens of demonisch gebruik is. Anders zouden wij hier er ook niet aan denken om dit oeroude ritueel te incultureren in de viering zoals wij die hebben voorgesteld.

In dit licht willen wij hier Bisschop Peter Sarpong uit Ghana citeren over het gebruik van de 'libation' in relatie tot de Zaïrese ritus. Hij deed deze uitspraak tijdens een conferentie van het eucharistisch congres te Tamale: '... In all African societies, a big occasion of sacrifice is normally begun by seeking the help of the ancestors. So why don't we begin the Mass with the invocation of the ancestors to join us in praising the Lord, as the Democratic Republic of Congo Catholics do? Nowadays Libation has become a topic of the moment: At the Plenary Session of SECAM in September this year (1997), the opening Mass was begun with the pouring of Libation...'(323)

De vraag over "Libation' leeft dus meer en meer op, vooral in Afrikaanse landen. Het is dan ook goed om te erkennen dat het een oeroud gebruik is, dat waardevol is wanneer het op de juiste manier in de viering van de eucharistie geïncultureerd zou worden. Hiertoe kunnen we zelf ook bij de oudste bronnen van ons geloof te rade gaan, namelijk de Bijbel. 'Libation' komen we namelijk ook tegen in de Bijbel, zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament. Alleen is het gebruik ervan nooit door de Kerk opgevat als een nuttig element voor de eredienst. We willen vanuit de Heilige Schrift dan ook wat voorbeelden geven om te laten zien dat dit gebruik eeuwenoud is en godsdienst is.

6.6.4.1 Het gebruik van plengoffers in het Oude Testament

Om enig zicht te krijgen op de rite van het plengoffer zoals we die aantreffen in de bijbel, dienen we een klein onderzoek te doen ten aanzien van de praktijk van deze rite. Hierbij moeten we allereerst de opmerking plaatsen dat in het Oude Testament de term 'plengoffer' of 'libation' afstamt van het Hebreeuwse woord nesek, wat ook de betekenis heeft van een 'drink offer'. Het werkwoord dat gebruikt wordt in die context is nasak, wat betekend 'making a libation', 'een plengoffer brengen'. Het woordgebruik van beide termen komt zeer regelmatig voor in de bijbel. Wij willen hier slechts enkele voorbeelden aanhalen ter verheldering van het gebruik in de bijbel.

In het boek Exodus geeft God aan Mozes en de Israëlieten aanwijzingen hoe zij een gouden tafel moeten maken, waarop het toonbrood gelegd moet worden. God geeft de volgende aanwijzing: "Maak ook de schotels, de schalen, de kannen en kommen, die nodig zijn voor de plengoffers. Ze moeten van zuiver goud zijn"(324) Dit duid aan dat het plengoffer een zeer belangrijke rite was in die tijd. Exodus 29, 38-43 spreekt over de dagelijkse offers die de Joden moesten opdragen voor God. Naast het lam dat geofferd diende te worden in de ochtend, moesten zij ook " een tiende issaron bloem, aanmaken met een kwart hin gestoten olie en een plengoffer van een kwart hin wijn"(325). Ook in de avond offering diende een plengoffer plaats te vinden, zoals in de ochtend.(326) In relatie tot de Joodse offers dienen we op te merken dat de meeloffers (Hebreeuws minha) in het algemeen vergezeld werden van een vee-offer en een plengoffer van wijn.(327)

Gedurende het Loofhuttenfeest, dat ook ten tijde van Jezus nog gevierd werd(328), was het gewoonlijk een 'libation' te voltrekken met water. Dit waterritueel was het eerst gemeenschappelijke rite voor elke dag van het feest. Op elke zevende dag, in de ochtend, ging een processie van de priesters naar de waterbron van Siloam. Aldaar vulde een priester een gouden kan met water, zoals het koor dit reciteert in Jesaja: "en gij zult vol vreugde water putten uit de bronnen der redding"(329). Dan ging de processie vervolgens naar de tempel door de Waterpoort. De menigte die volgde, zong onderwijl de Hallel psalmen.(330) Wanneer zij het altaar bereikt hadden voor de brandoffers, gingen zij rond het altaar zwaaiend met mirretakken, koren en palmtakken, welke zij met zich meegedragen hadden. Terwijl zij dit deden zongen zij: "In benardheid riep ik tot God de Heer; die mij verhoorde en bevrijdde"(331). Het water dat men van de bron van Siloam had meegenomen, werd dan samen met wijn gebruikt als plengoffer op het altaar voor de brandoffers.

We kunnen concluderen dat 'libation' in het Oude Testament als welgevallig aan God werden beschouwd. Er zijn slechts enkel plaatsen waarin aangeduid staat dat God niet blij is met de plengoffers van de Joden. Het is echter in deze passages niet het plengoffer dat ter discussie staat, maar veeleer omdat de Joden de plengoffers gebruikten om andere goden welgevallig te stemmen in plaats van God de Heer.(332)

6.6.4.2 Plengoffers in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament zijn er twee plaatsen te vinden die spreken over 'libation'. We treffen ze aan in de brieven van Paulus. In de brief aan de Filippenzen spreekt Paulus hierover als volgt: "Maar ook al wordt mijn bloed geplengd bij de offerdienst van uw geloof, dan nog wens ik mijzelf en u allen geluk."(333) Op gelijke wijze spreekt Paulus in de brief aan Timóteüs: "Want wat mij betreft, mijn bloed wordt weldra geplengd, het uur van mijn heengaan is nabij."(334)

Het is tegen de Joodse achtergrond van de 'libation' dat Paulus deze uitspraken doet. Met het gebruik van het voorbeeld van de 'libation' illustreert Paulus zijn bereidheid en welwillendheid om zijn leven als plengoffer uit te storten als een helder teken van zijn onvoorwaardelijke trouw en gehoorzaamheid aan God. Als Paulus tegen het gebruik van de 'libation' geweest zou zijn, zou hij volgens ons nooit dit zo sprekende voorbeeld van deze rite hebben aangegrepen om te verduidelijken hoe hij zijn leven in dienst stelde van God.

In het licht van bovenstaand kort bijbels onderzoek kunnen we stellen dat 'libation' niet gezien hoeft te worden als een onbijbels element en daarmee een onbruikbare rite zou zijn voor christenen. De 'libation' zoals die bijvoorbeeld in Ghana toegepast wordt, zoals we hebben gezien, noemt in de aanroepingen de Allerhoogste Macht, ofwel God aan, en de mindere machten waarmee de 'ancestors' bedoeld worden. Zou het dan niet mogelijk zijn voor een christen om een 'libation' uit te voeren waarbij God als eerste is aangesproken en de goedheid van de 'ancestors' wordt aangeroepen om voor ons voorsprekers te zijn bij God? Hiermee wordt de aanroeping op een christelijke wijze volbracht en schuilt er geen kwaad in om de 'ancestors' te zien als voorsprekers bij God, zoals we ook doen met de door Rome erkende heiligen...

'Libation' wordt nog vaak gezien als een bijgelovige rite. Om deze rite toch te kunnen toepassen in een Romeinse rite is het daarvoor van belang, dat de gebeden die de 'libation' vergezellen, worden geherformuleerd en zo een weldadige inculturatie kan plaatsvinden van dit voor veel Afrikanen zo waardevolle ritueel. Hierbij moeten we dan zeker in de formulering de aandacht vestigen in de gebeden via Jezus Christus tot God, die voor christenen het centrum is van ons geloof. In zekere zin kunnen we ook van een 'libation' spreken als we naar de gehele eucharistieviering kijken. Het vieren van de eucharistie, is het herdenken van het offer van Christus, en in die zin ook te verstaan als een 'libation'.

Op deze wijze kunnen we dan ook in ons voorstel deze rite opnemen en plaatsen bij de bereiding van de gaven. Door een 'libation' te vergezellen van een gebed gericht tot God, via Jezus Christus, en op voorspraak van hen die ons in geloof zijn voorgegaan. Om het offer dat wij opdragen aan God welgevallig te laten zijn en ons de genade en de kracht moge schenken om hier in ons aardse leven de problemen van alledag aan te kunnen, door de zegen en bijstand van God en hen die bij Hem zijn in het Vaderhuis. Immers als het grootste plengoffer van het Nieuwe Testament kan de kruisdood van Christus gezien worden, die als het Lam dat geslacht is voor de zonden van de wereld is geofferd voor allen. In zekere zin hebben we dus al een plengoffer opgenomen in de liturgie van de eucharistie: 'Wie het Lichaam van Christus in de eucharistie nuttigt, krijgt daardoor deel aan het offer van Christus'.

6.7 Slotopmerkingen

Wij hebben hier een voorstel willen doen van een viering die Afro-centrisch is opgebouwd. Het is een voorstel voor gebieden waar veel Afrikanen samenkomen voor de viering van de eucharistie buiten hun eigen moedergrond en vaderland. Het wil een model zijn om een integratie tot stand te brengen en de segregatie tegen te gaan. Door elementen uit de Afrikaanse cultuur in de viering op te nemen, komen we tot een viering waarbij inculturatie van de liturgie voorop staat. Op papier lijkt het een mooi voorstel. We moeten ons echter wel realiseren dat we zo'n viering niet van de ene op de andere zondag kunnen invoeren. Het vraagt voorbereiding voor en door de gehele gemeenschap van gelovigen.

Het Tweede Vaticaans Concilie herinnert ons er aan dat de volledige, gewetensvolle en actieve participatie van de gelovigen in de viering van de liturgie een liturgisch recht is van de gehele gemeenschap.(335) Dit impliceert de noodzaak van een pastoraal liturgische commissie, die er bij helpt om de gehele parochiegemeenschap bij de ontwikkeling of invoering van een nieuwe liturgische viering te begeleiden en goed voor bereiden. Zij dient ook te luisteren naar de wensen van de parochiegemeenschap als zodanig. Ook ligt er hier een taak voor de pastor en de parochiecatechese om de gemeenschap hier in te begeleiden, wil een voorstel echt gedragen worden door de gemeenschap. Zonder zo'n een grondige voorbereiding zal men vaak stuiten op negatieve reacties en zal een nieuwe vorm van liturgie eerder negatief dan positief werken.

Het voorstel zoals wij dat nu hebben neer gelegd, en gebaseerd is op zowel de Romeinse rite, als de Zaïrese rite wil dan ook een bijdrage zijn voor de actieve participatie van allen in een parochiegemeenschap waarbij de nadruk ligt op inculturatie van de liturgie. Of de viering zoals wij die hebben voorgesteld een wekelijkse viering zou moeten zijn laten wij hier in het midden. Het zou een aanzet kunnen zijn om de verschillende samenlevende culturen in een parochiegemeenschap met elkaar te binden. Dit is volgens ons nog altijd beter dan het oprichten van aparte gemeenschappen die wegens, taal, cultuur en gebruiken zich willen blijven afscheiden van de bestaande parochiegemeenschappen, alwaar zij eigenlijk toe behoren. Liturgie is een heilige handeling die samen gedragen en beleefd dient te worden, daar mag en kan geen onderscheid in plaatsvinden.


Vorige Volgende


NOTEN

301. E.G. Hoekstra en M.H. Ipenburg, Wegwijs in religieus en levensbeschouwelijk Nederland, CD-Rom versie, Kampen, 1995, pag. 140-141.

302. E.G. Hoekstra en M.H. Ipenburg, Ibidem, pag. 141; zie ook Gerrie ter Haar, Afrikaanse kerken in Nederland, in: RBN, nr. 28, 1994, pag. 1- 37; Mar Oomen en Jos Palm, Geloven in de Bijlmer. Over de rol van religieuze groeperingen, 1994.

303. Vgl. J.A.B. Jongeneel (red.), Gemeenschapsvorming van Aziatische, Afrikaanse en Midden- en Zuid-Amerikaanse christenenen in Nederland: Een geschiedenis in wording, Zoetermeer, 1996, pag. 225-225.

304. Vgl. J.A.B. Jongeneel (red.), Ibidem, pag. 27.

305. J.A.B. Jongeneel (red.), Ibidem, pag. 43.

306. J.A.B. Jongeneel (red.), Ibidem, pag. 44.

307. Vgl. ibidem.

308. Vgl. Ibidem.

309. Vgl. Nederlandse Bisschoppenconferentie 1993.

310. Vgl. J.A.B. Jongeneel (red.), Ibidem, pag. 45.

311. Vgl. Ibidem, pag. 48.

312. E.G. Hoekstra en M.H. Ipenburg, Wegwijs in religieus en levensbeschouwelijk Nederland, CD-Rom versie, Kampen, 1995, pag. 140-141.

313. Vgl. CIC, Can. 516: §1 Tenzij iets anders door het recht voorzien is, wordt aan een parochie gelijkgesteld een quasi-parochie, die een bepaalde gemeenschap van christengelovigen in een particuliere Kerk is, aan een priester als een eigen herder toevertrouwd, welke wegens bijzondere omstandigheden nog niet tot parochie opgericht is. §2 Waar sommige gemeenschappen niet tot parochie of quasi-parochie opgericht kunnen worden, dient de diocesane Bisschop op andere wijze in de pastorale zorg daarover te voorzien.

Zo valt de missio-parochie onder Can. 516 § 2.

314. In de bijlagen zullen wij een schematisch overzicht geven van de eucharistievieringen zoals die in de 'All Saints Church' te Amsterdam gevierd worden. Zie hiervoor bijlage 3.

315. Pastor Bosco Beijk, Alle godsdiensten komen aan bod, interview met de 100 jarige parochiegemeenschap St. Agnes te Den Haag, in: De Posthoorn, week 5 -3207, Den Haag, 1998

316. Ibidem.

317. Vgl. Pastor Bosco Beijk, De toekomst zal ons een zorg zijn, in: Agnesmobile, parochiebulletin, 1995 (3), pag. 2-8.

318. Vgl. SC nr. 29: 'Ook de acolieten, de lezers, de commentatoren en de leden van schola cantorum oefenen een echte liturgische bediening uit.'

319. Gebed vrij geformuleerd naar het gebed voor de zegening van volwassenen die ziek zijn, uit: Katholiek gebedenboek, pag. 1357.

320. Christianity and Ghanaian Cultural practices, in: Ecclesia in Ghana: on the Church in Ghana and its Evangelizing Mission in the Third Millennium, Instrumentum Laboris First National Catholic Pastoral Congress, Cape Coast, April 7-14, 1997, pag. 50, Catholic Bishops' Conference of Ghana.

321. Ibidem, pag 59-60.

322. Vgl. Ibidem, pag. 60.

323. Peter K. Sarpong, bishop of Kumasi, Ritual of the Roman Mass (can something not be done about the structure of Roman Mass for the Asante?), at the TICCS Consultation on 'Doning Inculturation in Africa', Tamale, december 1-6, 1997, pag. 6.

324. Vgl. Ex. 25, 23-30.

325. Vgl. Ex. 29, 40.

326. Vgl. Ex. 29, 41.

327. Vgl. Ex. 29, 40; Lev. 23, 12 en in het bijzonder Num. 15, 1-2.

328. Vgl. Joh. 7, 2 vv.

329. Jes. 12, 3.

330. Ps. 113-118.

331. Vgl. Ps. 118, 5.

332. Vgl. ps. 16, 4; Jer. 7, 18; Deut. 32, 36-39; Jer. 19, 13; 32, 29; 44, 17-25 en Hos. 9, 4.

333. Fil. 2, 17.

334. 2 Tim. 4, 7.

335. Vgl. SC, passim, met name nr. 14.

 

 

mail me

Omhoog
pastoraat
nieuwspagina
S.M.A. Nederland
koppelingen

 

Vorige
Volgende

 

 

Start
Feedback

 

 

 

 

 

 

Stop Aids Now!

Start Omhoog Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 bijlagen bibliografie samenvatting

Vorige Start Omhoog Volgende

De Webmaster van deze site is niet verantwoordelijk voor de onderliggende reclameboodschappen die de Internet-provider Lycos meezendt bij het openen van mijn pagina's; hiervoor onze verontschuldigingen indien ongepaste reclameboodschappen verschijnen! Het beste maakt u gebruik van een pop-up stopper.

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan patervanwinden.
Copyright © Pater drs. Paulus J. van Winden, SMA
Laatst bijgewerkt: 06-04-2011